Ga direct naar: Hoofdinhoud

Trixie Whitley blikt terug op debuutalbum: “Ik kan die tekst niet meer zingen”

Door Lola Heijdt | 12 nov 2025
Trixie Whitley
Foto: Persbeeld Trixie Whitley

De Belgisch-Amerikaanse Trixie Whitley woont in New York, spreekt met net zoveel energie als ze in haar muziek stopt en schakelt razendsnel tussen Vlaams en Engels. Toch is het perfect te volgen. Haar vuur is voelbaar. Dat komt misschien deels doordat een dag voor dit gesprek de nieuwe burgemeester van haar stad, Zohran Mamdani, werd verkozen. “Ik voel het echt als een hoogstnoodzakelijke bron van nieuwe hoop”, zegt ze. Maar terug naar de muziek: voor haar komende show in Effenaar op zondag 23 november duikt ze terug in de tijd en speelt ze haar debuutalbum Fourth Corner opnieuw. 

‘Mijn hart was aan het brullen’

Laatst luisterde Whitley voor het eerst de hele plaat terug, in haar eentje. “Dat was zo confronterend”, lacht ze. “Ik ging echt door een regenboog aan emoties heen. Aan de ene kant dacht ik: ‘wow, mijn stem was echt al zo geleefd voor een meisje van tweeëntwintig’. Die paradox van zo’n diepte en die korrel op mijn stem en tegelijkertijd zo jong zijn. Het klinkt alsof ik al vijf levens geleefd had, haha!”

Ze vervolgt: “Ah mens, ik was zo hard aan het pushen om gehoord te worden. Ik liet mijn stem tot het uiterste gaan, uit dat kleine lijfje. Waar heb ik dat vandaan gehaald? Als ik nu terugdenk aan al die gevoelens die ik als jonge vrouw in mij had. Het was echt mijn hart dat aan het brullen was. En nog altijd. Nu ben ik een vrouw van achtendertig en mijn hart wil eigenlijk nog steeds niet anders dan heel gepassioneerd brullen.”

“Ik hoor al mijn hele leven wanneer mensen mijn stem horen: ‘De klank die uit je lijf komt, past niet bij je lichaam’. Er zat een soort weerstand in mij door het feit dat ik in een klein lijfje leef. Mijn karakter was vurig en ging in opstand tegen het klein en schattig zijn dat vaak op mij geprojecteerd werd. Ik wilde niet schattig zijn. Dat brullen kwam voort uit de wens om serieus genomen te worden en mijn ziel te delen. Als dat nodig is om in deze wereld te overleven, dan is dit wat ik moet doen. Zo voelde het.”

“Als ik zo terugluister, hoor ik ook hoe zoekend ik nog was in mijn schrijven”, zegt Whitley. “Sommige nummers zijn heel snel geschreven, echt geflowed vanuit een moment, en daar zitten herinneringen aan vast. Die probeer ik nu, in dit moment van mijn leven, een nieuwe interpretatie te geven. Ik wil niet vastzitten in het verleden. Het voelt een beetje als mezelf opnieuw leren eren, als de mens die ik toen was met alles wat me bezighield.”

“I had already survived a bunch of shit. En dat kun je horen. Ik probeerde mezelf tot rust te brengen en de muziek was therapie voor mij. Dat is het nog steeds. Een deel van mij moet mezelf ook bemoederen, zo van: ‘het is oké!’, lacht ze. Ik ben een ander persoon, maar ook weer niet. In ieder geval ben ik zo dankbaar dat ik toen al heel goed wist waar ik naartoe wilde, op muzikaal vlak dan.”

Trixie Whitley
Foto: Persfoto Trixie Whitley

Enorme anxiety

In de tijd dat Fourth Corner uitkwam, werd vaak gedacht dat Whitley podiumangst had. Dat lijkt toch niet helemaal het juiste woord. “Ik denk dat ik toen, en nog steeds, eerder last heb van enorme anxiety”, zegt ze. “Meer dan van podiumvrees, want ik wéét dat ik goed ben in wat ik doe. Daar zit de angst hem niet in. Natuurlijk heb ik mijn imposters, en die waren vroeger nog veel heviger. Ik begreep wel dat ik talent had, maar ik begreep ook dat de wereld geen veilige plek is. Ik ben hooggevoelig en alle prikkels komen heel diep binnen bij mij. Dat moet je constant managen en dan is de showbusiness geen makkelijke industrie om in te navigeren.”

“De reden dat ik dit nog steeds doe, is omdat muziek maken heilig is voor mij. Het is als een spirituele oefeningAlleen al wanneer je je stem laat vibreren, werkt dat als medicijn. Maar het gaat verder dan alleen mijn lichaam. I have stuck to the work of mothering the sacred music. Het voelt als mijn verantwoordelijkheid om die vibraties, de resonantie, de poëzie of wat er dan ook uit mij komt, te kanaliseren. Dat kan dan een positief effect hebben op, hopelijk, de mensheid. Mijn intentie is echt om in dienst te staan van iets heiligs.” 

Dat in dienst staan van iets heiligs is ook voelbaar op het podium. Het gaat over energie die ze deelt met de mensen die op dat moment aanwezig zijn. Whitley legt uit: “Die trillingen of frequenties die je dan voelt, dat is gewoon energetische vibratie. Als je vanuit je eigen lichaam naar buiten resoneert in een ruimte met een groep mensen die je niet kent, is de kunst om die vibratie als performer zo zuiver mogelijk te houden. Ik weet dat ik bepaalde emoties bij anderen kan raken met mijn stem. Dat kan soms zwaar of heftig zijn, maar ik wil niet doen alsof het alleen maar life of the party is. Er is ook rouw, en muziek speelt daarin een belangrijke rol. Ik zoek naar hoe het een viering kan zijn, maar ook een ceremonie.”

Trixie Whitley
Foto: Persfoto Trixie Whitley

'Ik kan die tekst niet meer zingen'

“Als ik terugkijk naar de songteksten van mijn eerste album, was ik er gewoon niet zo zeker van”, zegt Whitley. “En ik kan nog altijd denken: ‘Nee, dat is het niet!” Ze lacht. “Had je nu van al die woorden niet dít kunnen kiezen in plaats van dát?’ Dan komt de innerlijke criticus tevoorschijn. Er kwam natuurlijk van alles terug naar boven uit mijn persoonlijke leven van toen. Ik ben een beetje aan het worstelen met hoe ik dat nu moet framen voor mezelf. Mijn moeder gaf me goed advies: ‘Misschien kun je het nu echt zingen vanuit een intentie van closure.’”

Never Enough, bijvoorbeeld, dat is een nummer waarvan ik eigenlijk denk: ‘Je had die zinnen echt wel anders kunnen schrijven.’ Waarom zeg ik: ‘never enough of my crime’? Dat ben ik die, sorry dat ik het zeg, het patriarchale oordeel overneemt: als ik mijn behoeften durf uit te spreken, moet ik wel een crimineel zijn. Als ik een bad ass durf te zijn, dan ben ik een crimineel. En nu denk ik: ‘Nee, het feit dat ik behoeften had, was geen misdaad. Ik wil dit koesteren in plaats van mezelf ervoor straffen. Ik kan die tekst niet meer zingen’,” zegt Whitley lachend. “Ik voel me daar niet meer comfortabel bij.”

‘Oh, The Joy’ is voor Whitley een nummer dat zichzelf heeft geschreven. “Ik meende precies wat ik zei en dat doe ik nog steeds. Alleen voel ik nu een soort rouw die ik moet dragen als ik dat nummer breng. Het is toen geschreven vanuit de vreugde die ik voelde voor het begin van een hoofdstuk. Nu moet ik dat nummer zingen vanuit het hoofdstuk dat aan het eindigen is.” Of ze dat nummer nog hetzelfde kan brengen, kan ze niet met zekerheid zeggen. “De emotie eromheen voel ik nog altijd. Ik hou ervan liefdevol te zijn, te geven, te delen. Daar komt mijn vreugde vandaan. Nu probeer ik me ook bewust te verbinden met de herinneringen van dat moment. En ook: ‘I need to show up as a professional.’”

Mensen komen soms met een heleboel verwachtingen

Naar die balans lijkt Whitley vaak te zoeken. “Ik ben nu veel aan het delen, maar zoek ook naar de grenzen van mijn verhaal. Ook voor mijn shows heb ik nooit iets gescript. Publiek vindt het heel tof als je het verhaal rond een nummer vertelt, maar dat is altijd een zoektocht. Mensen komen soms al met een heleboel verwachtingen aan tafel zitten”, zegt ze lachend. “Dat is echt waar! Er zijn bijvoorbeeld verwachtingen dat ik de nummers live precies zo zou brengen als op de plaat. Maar de professional in mij weet dat je nooit iedereen blij kunt maken. Ik heb geen massapubliek, maar het publiek dat ik heb, is over het algemeen heel respectvol. Dat komt, denk ik, doordat ik vanaf het begin real ben geweest en niet meedraaide in zo’n sugarcoated formule.”

Ondertussen heeft Whitley de opnames van haar vierde album afgerond. Daarop heeft ze haar liefde voor drummen teruggevonden. “Ik speel alle drums op mijn nieuwe plaat. Ik heb zo vaak moeten horen vanuit in de industrie: ‘Mensen willen je niet horen drummen, ze willen je horen zingen.’ Als kind wilde ik juist een instrumentalist zijn en in Prince zijn band spelen. Schrijven is een manier om mezelf uit te drukken, en dat heb ik nodig omdat ik dingen te zeggen heb, maar drummen is mijn grote liefde. Er waren zo veel stereotypen over wat vrouwen wel of niet mochten doen binnen de muziek. Ja, ik kan ballads zingen. But I can also play the shit out of the drums. Waarom zou ik dat niet onderdeel maken van mijn werk? Het brengt me zo veel plezier.” 

Wanneer het nieuwe album uitkomt, is nog niet bekend. Eerst keert Trixie Whitley terug naar waar het allemaal begon: Fourth Corner. Op 23 november klinkt haar debuut opnieuw in Effenaar en één ding is zeker: laat je verwachtingen thuis, Whitley speelt met nieuwe energie.

Contact

Dommelstraat 25611 CK Eindhoven

info@effenaar.nl+31 (0)40 311 83 12