Het Stroomhuis: "Niet alles hoeft zo gelikt te zijn"
Door Renia Heeringa | 28 okt 2022We hadden het er al even over; van de jaren ’70 en ’80 krakers mentaliteit is er anno nu nog maar weinig over hier in Eindhoven. Krakkemikkige panden worden massaal verruild voor nieuwbouwcomplexen, die als paddestoelen uit de grond groeien en de naam designstad eer aan doen. Indrukwekkend en broodnodig, maar het is ook allemaal zo perfect. Toch is er één plek waar het net even wat anders gaat. Waar er niet zo binnen de lijntjes wordt gekleurd. Ik sprak documentairemaker Abeltje Vrijdag en hét Stroomhuis-duo Koen en Martijn over het Stroomhuis.
Abeltje Vrijdag is illustrator, stagiair bij VRPO Tegenlicht, documentairemaker en sinds kort ook boeker van de Rotterdamse noiserockband Dyatlov. In de docu ‘Zet maar een DVD’tje op’ ging ze op zoek naar plekken waar het allemaal niet zo strak geregeld is, waar er wat leven in de brouwerij te vinden is. Dat vond ze, in ons eigen Stroomhuis en in het Slachthuis in Haarlem. Als je het mij vraagt, vangt deze docu heel mooi het contrast tussen plekken als het Stroomhuis en andere poppodia in Nederland. De perfecte persoon om aan de tand te voelen over waarom het Stroomhuis zo’n bijzondere plek is.
Zet maar een DVD'tje op
In gesprek met Abeltje Vrijdag
Hoi Abeltje, wat is jouw connectie met muziek?
"Ik heb vooral veel vrienden in de punkscene in Rotterdam. De concerten waar ik heen ga, worden voornamelijk georganiseerd of gespeeld door vrienden of kennissen. Ik hou eigenlijk niet per se van punk; het zijn vooral de mensen eromheen die het fijn en gezellig maken. Via via kwam ik voor het eerst bij het Stroomhuis en ik was meteen fan; ik vond het tof dat er een plek bestaat als deze. En er is natuurlijk een kat. "
Waarom wilde je deze documentaire maken?
"Ik schreef destijds met vijf mensen een zine, een boekje waarin we het wilden hebben over de pechgeneratie. Mijn onderwerp ging over de culturele sector, omdat deze er een beetje matig aan toe was hier in Nederland.
Volgens mij zeg ik in de intro van de docu ook dat ik sinds Covid veel dingen gewoon niet meer zo inspirerend vind. Ik was negentien toen Covid begon en voor die tijd vond ik het uitgaansleven en alles eromheen magisch; ik was echt van alles onder de indruk. Nu, een paar jaar later, heb ik dat gevoel niet meer zo. Ik ging weer uit, bezocht concerten en dacht toen bij mezelf: “hier zit een directeur of een programmeur de boel te regelen”. Het leek alsof ik wat beter doorhad waarom alles werkt op de manier waarop het werkt."
In je voorwoord zeg je ook “Alles is een beetje saai, afgevlakt en onoprecht bij poppodia. Ik voel geen connectie met de artiest die staat op te treden”. Wat maakt dit voor jou zo?
"Ik denk sowieso de hele hoge podia. Dat is al meteen een barrière tussen jou en de artiest of tussen jou en de muziek die wordt gedraaid. Je staat in een soort diepe kuil met weinig licht, behalve de lichten op het podium. Dat maakt dat je ergens naar staat te kijken in plaats van dat je er zelf onderdeel van bent. Het is ook voor je besloten: je moet hier staan en hier ga jij je vermaken. Het geeft bijna een soort klinisch gevoel."
Wat maakt een plek als het Stroomhuis zo anders?
"Er zijn heel weinig middelen waarmee zij kunnen werken en ik kan me voorstellen dat er niet zoveel geld in omloop is. Er heerst een hele hechte groepsdynamiek; iedereen kent elkaar en wil samen echt iets voor je neerzetten. De hele sfeer is ook anders; het podium is veel lager en je kan er ook naast gaan staan als je zou willen. In het Stroomhuis is het wat minder strak geregeld. Het valt soms ook wel een beetje van ellende uit elkaar, maar dat maakt het wel opener. Je hebt er minder dat klinische gevoel waar ik het net over had."
Is de muziekindustrie te geprofessionaliseerd?
"Het is niet zozeer te professioneel, maar het is vaak niet zo creatief meer. Als je bijvoorbeeld kijkt naar het Slachthuis in Haarlem, dan werken daar hele professionele mensen die allemaal iets doen in de muziek of in vormgeving. Enerzijds is daar een hele strak geregelde crew, anderzijds is het er wel lekker creatief en losbandig. Ik denk dat professionaliteit het probleem niet is, het is eigenlijk juist wel fijn dat we het zo goed doen hier in Nederland."
Hoe bereik je die creatieve, losbandige sfeer?
"Met de mensen die het regelen; programmeurs, directeurs. Poppodia worden meestal niet gerund door muzikanten, en dat is natuurlijk goed. Je moet muzikanten ook niet de boel willen laten runnen. Maar het zou denk ik wel helpen als de mensen achter de schermen enigszins onderdeel uitmaken van een scene."
Onze journalist, Meike Jentjens, schreef laatst een artikel over het krakersverleden van Effenaar en hoe het vroeger een punkhol was. Er kwamen veel reacties, voornamelijk van de wat oudere garde, waarin het gevoel heerst dat vroeger alles simpeler was. Denk je dat ook de jongere generatie op zoek is naar een plek waar de dingen simpeler zijn?
"Ik denk dat dit wel de gemene deler is van heel veel creatievelingen; alternatieven zoeken waarop dingen efficiënter of beter kunnen. Of misschien niet zozeer beter, want voor iedereen is beter natuurlijk anders. Maar waar we allemaal goed in zijn, is een stempel drukken op ons eigen leven en deze zelf inrichten hoe we willen. Niet door tegen dingen aan te trappen, maar door een eigen pad te vinden in de moeilijke wereld waarin we leven.
In het Stroomhuis moeten ze constant nieuwe maniertjes bedenken om er een band te kunnen laten spelen, de gages zijn niet immers zo hoog. Dat maakt het allemaal heel DIY, alles ligt in de handen van mensen. Er moet ook gewoon een podium zijn voor de underground scene. Ik zou niet weten waar ik bands als Shht zou moeten zien op plekken anders dan het Stroomhuis. Al zijn die inmiddels ook weer wat groter."
Het is ook lastig voor een kleine band om een podium te vinden; in grotere zalen moet je ook meteen veel mensen kunnen trekken.
"Ja, terwijl veel publiek natuurlijk niet gelijk staat aan hoe succesvol een avond is. Je kunt ook een noise-act boeken en er vijftien tieners hebben staan die de avond van hun leven hebben. Dan zijn er vijftien mensen, maar is de zaal wel helemaal gevuld met energie. Ik vind dat juist heel erg waardevol en er zijn niet heel erg veel plekken waar dat inderdaad echt kan. Waar boekers dat soort vrijheden hebben."
Wat denk je dat Stroomhuis voor een stad als Eindhoven betekent?
"Diversiteit is heel belangrijk in elke gemeente. Diversiteit komt automatisch voort uit meer saamhorigheid en minder vooroordeel. Als iedere subcultuur een soort uitlaatklep heeft - uitlaatklep klinkt misschien te heftig in dit geval - of in ieder geval een plek heeft waar die zich begrepen voelt, dan zit je wel goed."
In gesprek met Koen en Martijn
De dag na Hit The City sprak ik met Koen en Martijn af in het Stroomhuis, die nog bezig waren met de aftermath van een succesvol weekend. Koen en Martijn kun je kennen van bands als SØWT, Tsar Bompa of CUNT; muziekprojecten die ergens vallen tussen nineties noiserock of een soort kruising tussen post-punk en techno, maar een echte stempel is er moeilijk op te drukken. De helft van hun tijd zijn ze bezig met repeteren, stagehanden, produceren of werk als geluidstechnicus. De andere helft wordt sinds een jaar vooral gestoken in het runnen van het Stoomhuis. Koen als geluidstechnicus en producent. Martijn als voorbereider, producent en boeker.
En dat werpt zijn vruchten af: kortgeleden werd het Stroomhuis genomineerd voor de Eindhoven Cultuur Prijs. Een blijk van waardering voor al het werk dat de twee, samen met een grote groep vrijwilligers, staken in het blazen van nieuw leven in deze bijzondere plek.
Hoe zijn jullie hier beland?
Koen: "Wij moesten hier ooit spelen met de EP release van ons bandje Tsar Bompa. Ons label had toentertijd een samenwerking met het Stroomhuis en boekte hier veel bands. We vonden het een fijne plek en wilden graag blijven. Zo werkt het ook hier: je komt binnen, gaat dingen doen zonder iemand te vragen of dat wel de bedoeling is en uiteindelijk zeggen ze “goed bezig, blijf maar doen”."
Martijn: "Ja, ik denk dat ik hier überhaupt voor de eerste keer was met de EP release. Het had een grote impact op mij. Ik vond het heel vet dat dit kon, tussen al het geprobeerde en perfecte wat we hadden. Gaandeweg wil je daar gewoon meer aandeel in krijgen."
Wat maakt deze plek anders dan andere poppodia?
Koen: "Zonder een poppodium aan te vallen: ik denk dat het fijn is dat je hier meer vrijheid hebt. Het geluid mag hier te hard; je mag je gitaarversterker een keer harder zetten zonder dat dat eigenlijk de bedoeling is."
Martijn: "Er zijn minder dingen waar je rekening mee moet houden of aan moet conformeren, zoals afspraken met bepaalde boeking maatschappijen. Er is totale vrijheid om te improviseren. Ik denk juist dat soms de beste en meest organische dingen ontstaan uit niet teveel nadenken en gewoon gas geven. En dat is naar mijn idee ook een belangrijk onderdeel van cultuur."
Koen: "Ik denk ook dat je in deze zaal gewoon de mensen ziet die er werken. We hebben nooit aannemers gehad die de zaal bouwen voor ons, dat zijn eigenlijk de vrijwilligers. Dat soort dingen merk je heel erg. Als er een band komt spelen, kun je ook precies vertellen door wie alles is gemaakt. Er zit een hele geschiedenis achter waar je achter komt door te praten met de mensen die hier rondlopen. Je merkt dat in sommige zalen zoals een Vera waar dat ook is - dat iedereen echt de geschiedenis van de plek kent en weet van de dingen die daar zijn gebeurd. Maar het is jammer dat je in de meeste zalen niet meer ziet hoe het is begonnen. Dat proberen we hier wel in stand te houden."
Zijn poppodia te geprofessionaliseerd?
Koen: "Het is goed dat het bestaat. We zijn hier in Nederland wel verwend op het gebied van bijvoorbeeld de hospitality of de techniek van een zaal. Alle praktische dingen zijn altijd zo goed voor elkaar in Nederland dat het daardoor misschien een beetje karakter verliest. Soms mag het wel eens onpraktisch zijn."
Martijn: "Ik ben het ermee eens dat er een professionaliseringsslag is gemaakt voor acts die stadiontours doen. Dat is ook een totaal ander kaliber. Het is daar heel belangrijk dat dingen goed worden afgesproken en worden vastgelegd, omdat er heel veel op het spel staat. Maar ik denk wel dat er teveel waarde aan wordt gehecht en dat er in Nederland zeker wel meer gehouden mag worden van juist een beetje de scheve dingen. Het hoeft niet allemaal zo perfect of gelikt te zijn; ga gewoon een keer ergens naar toe en laat je verrassen."
Koen: "Iets hoeft ook niet te slagen. In Nederland moet eigenlijk alles geslaagd zijn of goed verkopen. Soms hoeft dat niet eens en wil je gewoon iets proberen om te kijken wat er gebeurt als je een beer aantikt."
Martijn: "Ik heb hier soms de meest magische avonden beleefd in een zaal met maar dertig man."
Koen: "Of als iets helemaal mis ging; stroomuitval bijvoorbeeld. Dat maakt niet uit, het kan namelijk nog steeds vet zijn."
Martijn: "Uiteindelijk maken we er zelf het beste van. Stefan, barhoofd en penningmeester, zegt altijd dat wij zelf het belangrijkste zijn en de rest boeit eigenlijk niet. De laatste tijd is het vanaf 11 uur eigenlijk altijd gezellig, dan komen alle vrijwilligers bij elkaar. We merken dat dit ook uitstraalt naar de bands, de boekers en het publiek."
Koen: "Ik herinner me nog een show van de band van een goede vriend van ons. Zij wilden een keer beginnen en toen klapte de stroom eruit. Het publiek was enthousiast en de band wilde gewoon doorspelen, dus daar ontstond een soort frictie. Dat heeft de show uiteindelijk alleen maar vetter gemaakt dan wat die daarvoor had kunnen zijn. De anticipatie was in één keer heel hoog."
Zijn er eigenlijk veel plekken in Nederland zoals deze?
Allebei (in koor): "Niet genoeg."
Martijn: "We hebben vroeger veel in bands gespeeld en dan heb je ook niet meteen enorm veel connecties. Je komt er dan achter dat er überhaupt niet veel plekken zijn als deze om te spelen."
Wat is de meerwaarde voor een band om hier te spelen?
Martijn: "Als een band in een interview wordt gevraagd naar de meest opmerkelijke plek om te spelen, dan denk ik dat wij best snel bovenaan het rijtje komen."
Koen: "Ja, ook omdat ik denk dat wij geen zwarte doos zijn met een backstage zoals iedere andere zaal, met dezelfde catering."
Martijn: "We hebben ook niet echt een koelkast in de backstage. Artiesten kunnen gewoon een biertje komen doen aan de bar. Ik denk ook dat de meerwaarde voor een band is dat wij een soort vast publiek proberen te creëren die hier gewoon een leuke avond wil hebben, ongeacht of ze de band kennen of niet. Dat is voor bands ook het soort publiek waar je voor wil spelen; geen boekers of belangrijke mensen, maar gewoon mensen die van muziek houden."
Is er een vast publiek hier?
Martijn: "Door de jaren heen altijd wel. Dat is ook wat ik net zei: vanaf 11 uur wordt het gezellig, want dat is wanneer de meeste mensen van horeca komen en de meeste flessen bier worden weggetikt."
Koen: "Het begint alweer meer te worden. Best wel veel bekende gezichten uit Eindhoven. Het is gewoon een leuke plek om 's avonds te zijn. Er staat altijd leuke muziek aan en het bier is of lauw of koud."
Martijn: "Of veel te koud."
Koen: "Het is een hele makkelijke plek en je mag hier alles zijn. Ik denk dat dat ook meehelpt. We proberen ook evenementen te doen waardoor ook andere mensen het Stroomhuis te zien krijgen. Zoals een release van 100% Skateshop. Dat zijn mensen die Stroomhuis misschien wel kennen, maar de skaters van het Stadhuisplein komen nooit aan deze kant van de stad tenzij er iets te doen is. Toen wij ze hier iets te doen gaven, zagen we na een paar weken toch weer een aantal van die bekende gezichten terug bij een andere show."
Wat betekent het Stroomhuis voor een stad als Eindhoven?
Martijn: "Ik denk dat het essentieel is. Niet per se het Stroomhuis, maar iets als het Stroomhuis. In een grote stad als Eindhoven moet er een plek zijn voor andere, niet-alledaagse dingen. Ik denk ook dat het niet anders kan. Mensen gaan een plek zoeken en zullen die uiteindelijk ook vinden en gebruiken. Dus maak het een beetje makkelijk voor mensen; je weet toch dat het gaat gebeuren."
In de toekomst gaat er veel gebouwd worden in Eindhoven; er zijn plannen voor allerlei nieuwbouwprojecten hier in het stationsgebied. In die plannen is het Stroomhuis wel opgenomen. Maar wat betekent het contrast tussen al die nieuwbouw en een plek als het Stroomhuis?
Koen: "We denken daar wel veel over na en het kan eigenlijk twee kanten opgaan. Het Stroomhuis staat inderdaad nog wel op die plannen. Er zal wel gereguleerd moeten worden in verband met geluidsoverlast, en we zullen waarschijnlijk beter moeten opruimen. Maar we hopen vooral dat het niet dat het dezelfde plek wordt als iedere andere plek waar nieuwbouw neerkomt. Zoals je bijvoorbeeld bij Area51 ziet. Dat was vroeger een hangplek voor jongeren die geen idee hadden waar ze naartoe moesten en gewoon wilden skaten. Daar konden ze een beetje blowen en bier drinken en af en toe met dingen gooien. Je merkt nu wel erg dat er een bak met geld tegenaan is gegooid, wat echt goed is want daardoor kan die plek blijven bestaan. Maar er zijn wel bepaalde vrijheden weggevallen die er eerst wel waren."
Martijn: "Om het gebouw te blijven preserveren is het moeilijk om niet de ziel eruit te tikken. Ik denk dat we het al eerder in Eindhoven hebben zien gebeuren, en momenteel nog steeds zien gebeuren. Aan de ene kant denk ik: dat is niet mijn probleem, want ik ga er niet vanuit dat het binnen nu en tien jaar zal gebeuren. Voor onszelf, en voor de toekomst van het Stroomhuis, hoop ik eigenlijk ook dat wij hier over tien jaar niet meer zitten.
Wellicht gaat het toch ooit weg, er kan nog veel gebeuren. Voor nu kunnen we maar beter genieten dat het hier is en dat we volledige anonimiteit hebben. We zitten naast een parkeergarage van het Philips stadion en toch weet eigenlijk niemand waar het Stroomhuis zit. Dat is eigenlijk gewoon heel goed."
Ik hoorde in de wandelgangen van Effenaar dat jullie een traantje moesten laten toen Crack Cloud werd bevestigd - of dat jullie er in ieder geval heel blij mee waren. Wat vinden jullie ervan dat ze hier staan?
Koen: "Daar zijn we wel superblij mee. Dat is hopelijk wel een van onze hoogtepunten qua boekingen van dit jaar."
Martijn: "Traantje laten zou ik niet willen zeggen. Die boeking was wel heel spannend: eerst wel, toen weer niet. We werden lekker aan het lijntje gehouden. Ik denk dat Crack Cloud wel een van onze meest beluisterde bands is hier. Het is ook gewoon super leuk als we terugkijken op vorig jaar, toen we Hit The City begonnen. Er stond nog een half afgebouwde tribune waar je niet eens op kon staan omdat het anders in zou storten. Als je dan nu weet dat je deze band mag ontvangen, dan kan ik daar alleen maar trots op zijn."
Crack Cloud in het Stroomhuis
Wat verwachten jullie van de show?
Koen: "Veel technische hectiek. Het is een grote band, met veel mensen op het podium. Wij zijn hier niet per se altijd voorbereid op grote bands. Alle spullen die hier staan, hebben wij ook al honderd keer gerepareerd. Het werkt allemaal wel, maar ook weer niet. Het zou zomaar kunnen dat we van iets te weinig hebben, maar ook dan komt het wel goed. Het is een hele muzikale band en zij weten dat ook wel als ze zien waar ze terecht komen. Dat is altijd het leuke hierbinnen; het verwachtingspatroon van de band die binnenkomt versus hoe het dan daadwerkelijk is. Ze kunnen riders doorsturen wat ze willen, maar het is iedere keer anders."
Martijn: "Het is ook het einde van Dutch Design Week. Ik denk dat het voor de alternatieve muziek de beste afsluiter van DDW is."
Waar willen jullie heen qua programmering; meer bands zoals Crack Cloud?
Koen: "Ik denk dat we een gesprek hebben geopend met een Robert die hier vaker boekt vanuit Effenaar. We zijn nu op een punt waarop kunnen overleggen wat we hier graag willen zien. Maar qua programmering proberen we het Stroomhuis zo breed mogelijk houden. Ook op de dag zelf: we proberen niet drie of vier post-punk bands op één avond te vragen, of een concert DJ die hetzelfde draait."
Martijn: "Wij vinden het leuk om verschillende genres op één avond te hebben, waardoor er juist ook veel verschillende niches van publiek bij elkaar komen. Waar het publiek elkaar kan vinden in de overlap die er dan wel of niet is. Ik denk dat het niet alleen interessant is voor de kruisbestuiving, maar ook voor de avonden die er dan ontstaan. Je wil gewoon zoveel mogelijk interessante mensen over de vloer hebben, want dan gebeuren er in ieder geval dingen."
Koen: "Je gunt het een artiest ook gewoon; nieuw publiek vinden. Dat ze het podium afkomen en dat iemand dan zegt: “Ik snap geen fuck van wat jullie hebben gedaan, maar ik vond het wel vet.” En het is gewoon grappig om een stuk of 40 hardcore punkers te laten kijken naar drie meisjes die hele zachte muziek maken.
Het is ook fijn dat er andere partijen zijn die ideeën hebben over wat er hier zou kunnen gebeuren. Wij zijn ook maar een groep die een bepaalde smaak heeft. Als wij de enigen zouden zijn die de underground in dit pand zouden bepalen, dan zou ik dat raar vinden. Soms worden wij ook op onze plek gezet. Dan denken wij dat iets hier totaal niet gaat werken, en blijkt het achteraf een van de vettere feestjes van het jaar te zijn. Het houdt ons ook fris."
Martijn: We hebben wel ideeën voor eigen feestjes, maar ik vind het ook interessant om te kijken naar gecureerde avonden, zoals ze bijvoorbeeld op de avonden van Roadburn of Le Guess Who doen. Daar mogen bands hun muziek zelf doorgeven.
Koen: Dan kom je ook echt even in de wereld van iemand anders.
Martijn: Dan kom je echt inderdaad in een scene terecht en kun je een scene een plek geven.
Maar van welke bands dromen jullie dan, hier in het Stroomhuis?
Martijn: "Ongetwijfeld black midi. Dat is een van onze meest beluisterde bands en ik vind dat zij ook erg in de mentaliteit van het Stroomhuis passen.
Koen: Een soloshow van Nick Cave, als je toch mag dromen."