Achter de plaat met MOOON: Een psychedelische trip langs hartzeer, dorpscultuur en een hang naar de sixties
Door Zoran Bogdanovic | 14 feb 2024In 'Achter de plaat' duiken we samen met artiesten in het maakproces en de verhalen achter de nummers en hun sound. De psychedelische rockband MOOON uit Aarle-Rixtel treedt woensdag 22 februari op in Effenaar en speelt meteen nummers van hun nieuwe album III, dat een dag later uitkomt. We spraken het drietal over exen, de toekomst en nostalgie naar een tijd die ze zelf nooit hebben meegemaakt.
Wie de woonkamer van drummer Gijs de Jong in Eindhoven binnenloopt, waant zich meteen in de jaren zestig. Tegen de muur staat een grote gele vierkante kast vol met psychedelische rock LP’s, ernaast een houten vintage piano. De oranje thermoskan waarmee Gijs koffie serveert, doet allesbehalve denken aan de 21e eeuw. “Ik denk dat de jongens er zo zijn. We traden gisteren op in Vorstin in Hilversum met DeWolff, het is aardig laat geworden. We zijn niet zo goed in als eerste naar huis gaan na een show.”
De band bestaat uit drie jonge mannen uit Aarle-Rixtel die in hun tienerjaren skaters waren en na het ontdekken van dozen met oude LP’s - van Pink Floyd tot Carlos Santana - verliefd werden op rockmuziek uit eind jaren ‘60. MOOON is dan ook een psychedelische rockband die zowel met hun looks als hun geluid flowerpower uitstralen, maar waarbij ook garage- en surfrock invloeden te horen zijn. Vorig jaar vierde de band zijn tienjarige jubileum in het Stroomhuis in Eindhoven.
Recht uit de tijdmachine
Even later zit het hele gezelschap aan tafel: Gijs (24) en Tom de Jong (29) - bassist - en hun neef en gitarist Timo van Lierop (31), die een zak boterhammen heeft meegenomen en gretig naar de thermoskan met koffie kijkt. Het is een gezelschap van turtlenecks en jasjes met pastelkleuren.
“Zo ziet het er bij ons alle drie thuis uit”, zegt Tom. “Natuurlijk heeft ieder van ons een waterkoker, maar bij mij thuis heb ik bijvoorbeeld bloemetjesbehang en oude gordijnen. Dat hebben Gijs en ik gedaan toen we nog samen woonden. Een beetje dat jaren ‘70 Brabantia gevoel, dat doet het altijd goed.” Bassist Timo rijdt zelf rond in een auto uit de jaren ‘60. Zijn wagen komt tevens voor in de videoclip van 'Richard Has a Racecar', één van de twee nummers op de gelijknamige single die in januari uitkwam.
Richard has a racecar
Oh boy such a beautiful car
Nobody but him thinks that he looks like a movie star
Take a ride with him
He'll charge you for the gas
I'd rather spend it on a cab
“Ja, daar hebben we het over petjesvolk dat stoer doet met hun auto”, zegt Tom. “Zo’n gast die heel hard optrekt en op de parkeerplaats bij de McDonalds alles naast de prullenbak gooit. En op het einde komt hij thuis en legt hij de sleutels in het schaaltje van z’n pap en mam. Humor staat bij ons vaak op nummer één. We hebben gewoon heel veel lol tijdens het maken van die clips.”
Therapeutisch schrijven
Als het over de meer serieuze nummers gaat, werpen de mannen een blik op het nieuwe album III en het nog niet uitgebrachte lied 'If Only I Knew'. Timo: “Dat lied is wel een beetje gevoelig qua tekst, want het gaat over iets wat een hele fijne relatie was. Het is zo moeilijk om dan los te laten. Uiteindelijk doe je dat toch, en daar heb ik denk ik geen spijt van, maar het is wel jammer. Het nummer gaat over die struggle.”
Gijs: “Vorige week stond mijn ex in het publiek bij een nummer dat ik over haar had geschreven. Ik weet niet of ze het doorhad, of dat ze het überhaupt kon verstaan, maar ik had het aan vrienden laten horen en die zeiden meteen: ‘Oh, dat gaat over puntje puntje!’ Zoiets blijft natuurlijk spannend.”
Bij de vraag of teksten maken therapeutisch werkt voor de bandleden, knikt het drietal. “We schrijven alle drie teksten”, zegt Tom. “Het komt neer op gewoon veel schrijven. Als je ergens mee zit, gewoon schrijven! Ook al doe je er niks mee. Want anders dan krop je het op en dan word je alleen maar depressief. En dat is voor niemand goed.”
Suddenly I got the feeling that the room got so much smaller
Could it be that everybody seems just a little taller?
I never knew that I could play
All the games inside my brain
Life will never be the same
Rainbow Flowers, tweede nummer op de single 'Richard Has a Racecar'.
In de videoclip van 'Rainbow Flowers' is te zien hoe bandleden Gijs en Timo, verkleed als respectievelijk zuster en dokter, in een gesticht de patiënt die gespeeld wordt door Tom een prik willen geven. Toch hint de tekst naar dat de protagonist de tijd van zijn leven heeft.
“Als je de clip ziet denk je dat het vooral over gek worden gaat”, zegt Tom, die de tekst heeft geschreven. “Maar het gaat om dat moment dat je je beseft dat jijzelf eigenlijk je beste vriend bent. Als in, je moet jezelf altijd met je meedragen. En dan is het wel goed dat je jezelf een beetje mee hebt. En ook om jezelf kan lachen.”
III
III wordt het derde album van de band, na de premièreplaat MOOON’S Brew, waarin bluesy en meer surfy psychedelische nummers elkaar afwisselen, en het tweede album Safari, dat een parallel trekt tussen op safari gaan en het begin van de werkweek. De luisteraar wordt meegenomen in een psychedelische reis, rijk aan tempowisselingen en back-up vocals, om met het nummer 'I’m coming home' de terugkeer uit het dierenrijk - - ofwel na alle chaos in de week weer terugkeren naar je comfortzone. Wat kunnen we verwachten op het nieuwe album?
Timo: “De teksten zijn wat volwassener geworden. Dat komt ook wel door de leeftijd. Maar wat vooral mooi is, is dat we dit album echt puur met z’n drieën hebben opgenomen. En dat op tape. We hebben bijna een jaar lang geen computer gebruikt.”
Om een zo authentiek mogelijk geluid te maken, gebruiken de bandleden uitsluitend apparatuur en instrumenten uit de jaren ‘60, of zelfs ouder. Van de gitaren tot de synthesizer. “We hebben zelf onze eigen studio gebouwd bij mij thuis”, zegt Tom. “ Er staan allemaal oude grote apparaten en gaatjesplaten aan de muur. Als je een foto van The Beatles opzoekt in de studio, zie je ook zo’n muur. We zijn heel erg van DIY.”
“Dat is ook die dorpscultuur waar we vandaan komen”, voegt Timo toe. “We doen het wel op onze eigen manier. De cover voor het album is dan ook geschoten bij een vijver waar we in onze jeugd zwommen en jointjes rookten.”
Nostalgie naar een tijd waarin ze niet hebben geleefd. Het druipt ervan af bij de neven. “Voor ons is het oprecht een way of life, een soort van fantasiewereld die we realiteit maken”, zegt Tom. “Als je verhalen hoort van mensen die vroeger legendarische bands hebben meegemaakt, dan zitten we daar ook van: ‘Wow, echt?!’ Zelf hebben we ook wat legendarische bands gezien zoals The Zombies en The Pretty Things, maar ja, die zijn nu natuurlijk al oude mannen. Je gaat die tijd nooit meer terugkrijgen, maar tegelijkertijd brengen we die tijd terug met onze muziek. Juist dat geeft het iets magisch.”